Een vrouw met afgebleekte thermosfles zit schuin tegenover mij
Ik beeld me in hoe ze ‘s avonds na een lange werkdag de dop
eraf schroeft
en hem in het afwaswater laat glijden
Hoe haar schouders ontspannen zodra haar handen in het warme sop verdwijnen
Ik zie hoe haar vingers geroutineerd langs de binnenkant van de bus wrijven
De cadans van haar beweging
Op het ritme van haar hart
Hoe vlokje voor vlokje het schuim verdwijnt
en zij standvastig doorschrobt
omdat ze weet dat straks
Ondanks alles
De fles weer schoon in de kast staat