Jonathan en Nathalie beheersen waarheden. Zij weten alles over mij en het was niet ik die Ivo doodgereden heb op die decemberse woensdag.
Ginds in het Zuiden van het Frankrijk. 1976. Ik weet het nog goed. Mevrouw Tanghe las toen het nieuws nog niet, maar Meneer Van Damme, hij legde wel het loodje.
Gewoon uit de bocht. Juist voorbij dat kapelletje. Daar waar het bonenveld een baan naast zich moest dulden.
Vandaag op donderdag verdraag ik amper nog het licht nog en bij nacht dan woelen de ongeboren vlinders in hun pop.
Want en geloof me. Er is veel mis. Meneer Van Damme doolt rond. In de achtertuin. Hij draagt een short vol zwarte bloemen.
Teken nooit iets op een lijk. Vergelijk geen vleermuizen met vliegende honden. Je aait ze beter niet en raak ook mij niet aan.
Het is eenvoudigweg te laat. De stekels groeien door mijn vel terwijl ginds in die zandbak dwergduivels malkaar beminnen.
Innig en geniep. Zo gebeurt het in het hoofd van de angst en jaag hem toch weg.
God. Zie hem. Hij hinkt, hij huppelt, trekt de knieën hoog. Wat een malloot en straks. Dan komt Martine.
Mevrouw Tanghe. Voor een interview. Het zoveelste. Vlak voor zijn dood, die hij vandaag opnieuw. Niet aan ziet komen.
uit de reeks 'Waanhoop'