‘Heb je alles mee’
Remi keek snel in zijn zak.
‘Ja, ik denk het’
‘Oké! 'Ik rij' Felix ging aan het stuur zitten.
De rit duurde 3 uur. Het was lang geleden sinds ze elkaar hadden gezien, dus ze hadden veel bij te praten. Ze praatten 3 uur aan een stuk.
Je kon het hotel moeilijk missen. Het was een prachtig gebouw, in grote letters stond ‘ivory hotel’. Het was een oud gebouw, dat niet paste bij de rest van de moderne straat.
Felix en Remi haalden hun zakken uit de auto en gingen naar binnen.
‘Hallo, wij hadden een kamer gereserveerd voor 2 personen, we blijven 4 nachten’ zei Remi.
‘Wat is uw naam?’
‘Remi en Felix Michel’
‘Ik zie jullie hier niet staan’, zei de vrouw. Ze zette haar rechthoekige bril recht op haar neus.
‘Jij had toch een kamer geboekt?’, vroeg Remi.
‘Ja, ik had gebeld met een vrouw, ik heb al betaald’
‘Heb je daar bewijs van?’
Felix haalde zijn gsm uit zijn zak.
‘Kijk hier, -520 euro voor ivory hotel’ Felix toonde zijn gsm aan de vrouw.
‘Dat is raar’, de vrouw keek naar haar computer, ‘We hebben nog wel kamers vrij, ik zal jullie een mooie kamer geven op de 1ste verdieping’, de vrouw nam een sleutel van de muur achter haar. ‘kamer 112, hier de trap op, en dan naar links, onze excuses voor dit ongemak’
‘Oké! 'Dankjewel', Remi en Felix gingen de trap op, wat moeilijk ging door hun koffers.
Ze kwamen in een gang, met witte muren en een lang bruin tapijt. Het tapijt had allemaal vlekken.
‘109…, 108… , Felix, we zijn de verkeerde kant op aan het lopen’
‘Die vrouw zei toch naar links?’, Remi knikte.
‘foutje’
Ze verwisselden van richting en liepen naar hun kamer.
‘Hier, 112’, Remi zette zijn koffer op de vloer en haalde zijn sleutel uit zijn zak. De deur ging open. In tegenstelling tot de vieze gang, was de kamer prachtig. Het had een prachtig uitzicht en een groot tweepersoonsbed.
‘Zet je koffers hier, het is al laat, ik heb honger’, zei Felix. Ze sloten hun deur en gingen naar het restaurant.
Na het eten, kwamen ze terug in hun kamer. Allebei vol van het lekkere eten.
‘Het is 9 uur, gaan we een film kijken?’,vroeg Remi.
‘Ja, we kunnen ‘The Truman Show' kijken’, Felix wist dat dit de favoriete film was van zijn broer.
‘Ja! Goed idee, ik zal hem opzetten, dan kan jij hapjes halen’
‘Oké, doe jij straks open?'
‘Ja, natuurlijk, laat de sleutel maar hier’
Felix ging naar beneden, beneden aan de trap botste een jongen tegen hem.
‘KIJK UIT WAAR JE LOOPT!’ roept de jongen, Felix, die net zijn excuses ging aanbieden, was geschrokken dat de jongen zo boos werd.
‘Het spijt me’, zei Felix. De jongen staarde boos naar hem. Hij had enorm grote neusgaten, viel hem op.
De jongen duwde hem en liep op de trap. Felix viel bijna op de grond, maar vond zijn evenwicht al snel terug.
‘Wat een irritante gast’, dacht hij.
Hij liep naar het automaat, dat naast de trap in de gang stond.
‘Ik wil eerst!’, zei een schelle stem achter hem.
‘Oh, oké, sorry, ga je gang’, zei Felix uit beleefdheid.
De vrouw duwde hem opzei en stak haar geld in de automaat. Er kwam niks uit en ze begon gefrustreerd te geraken. Ze schudde aan de automaat.
‘Mevrouw, je moet nog een nummer intypen’, zei hij stil.
‘Zwijg’
Felix knikte en zette een stap naar achter. Ze tikte 45 in. Gezouten nootjes. Het viel naar beneden en ze nam hem er uit. Ze keek raar naar het pakje.
‘Dit wou ik helemaal niet!’, ze gooide het op de grond. Ze probeerde het opnieuw. Opnieuw kwamen de nootjes er uit.
‘STOM DING’, ze gooide de nootjes bij het andere pakje.
‘Mevrouw, wat wilt u, je moet het nummer invullen van het pakje dat je wel wilt’
‘HEB GEDULD’, ze deed hetzelfde nog drie keer.
‘Mevrouw, wat wilt u?’
‘Die chips natuurlijk, wat anders?’
‘Dat is nummer 39’
‘Hoe kon ik dat weten’
‘Het staat daar letterlijk’, dacht Felix, maar hij durfde het niet te zeggen. In plaats daarvan knikte hij verlegen.
Er kwam een chipszakje uit. Ze pakte het en rende weg. Felix pakte de 5 nootjes pakjes en stopte het met een glimlach in zijn zak. Veel winst gemaakt! Hij wilde ook nog een chipszakje, dus betaalde daarvoor en ging terug naar zijn kamer.
Hij klopte op de deur. Er werd niet opengedaan. Hij klopte opnieuw, harder deze keer en riep zijn broer.
‘REMI!’ Hij wachtte even.
‘REMI!’
‘Ja, ja, ik kom al’, hoorde hij zijn broer mompelen.
Remi deed de deur open.
‘Alles oké Remi, je ziet er zo moe uit’
Remi negeerde de vraag en liep naar binnen.
‘Je raad nooit wat er gebeurd is, haha’, zei Felix. Hij vertelde over de gast waartegen hij was gebotst, en over de vrouw.
Remi had weinig reactie op zijn verhaal, wat Felix raar vond.
‘Zeker dat je niet moe bent? Anders kijken we morgen wel de film’
‘Nee’, Remi ging gaan zitten. Felix zat naast hem.
Ze keken naar de film, en aten hun hapjes, of, Remi at hun hapjes, want na een kwartier waren de 6 zakjes eten al op.
‘Iemand heeft honger’, lachte Felix.
‘Wat, wie?’
‘Jij natuurlijk’.
Remi keek hem geïrriteerd aan.
Ze keken verder, er kwam een bekende quote uit de film, die ze altijd mee zeiden toen ze vroeger de film keken.
‘Good morning, and in case I don't see ya: Good afternoon, good evening, and good night!’, zei Felix, maar Remi zei het niet mee.
‘Stil, ik probeer te kijken’, zei hij.
‘Sorry’
‘Ik heb honger’, zei Remi.
‘Haha!’
‘Ik maak geen grapje’
Felix vond dat Remi zich echt raar gedroeg.
‘Ga eens eten halen’
‘Ik heb net eten gehaald, genoeg voor 10 man!’, Felix begon boos te worden, moest hij nu echt weer om eten? Hij ging weer naar beneden, eerder om even weg te zijn van zijn broer, dan om eten te halen.
Hij kwam beneden aan. Het was al redelijk donker buiten, en sommige lichten werkten niet. Hij kwam dezelfde jongen weer tegen, maar er was iets veranderd. Hij had enorme wallen onder zijn ogen, en zijn neusgaten leken nog groter dan daarnet. Hij zag er niet uit.
‘KIJK UIT WAAR JE LOOPT!’, riep hij weer. Hij duwde hem deze keer nog harder dan de vorige keer. Felix lag op de grond. Links van hem zag hij de vrouw van daarnet, schuddend aan het automaat. De grond lag vol met eten uit de automaat. Felix besloot die dingen te nemen, zodat hij niks hoefde te kopen.
‘Mevrouw, bent u van plan die dingen nog te eten? Anders kan ik je wel betalen’
De vrouw draaide haar hoofd traag om, en Felix verschoot van hoe ze eruit zag. Haar haar zat in een strakke dot op haar hoofd waardoor haar al magere gezicht er nog magerder uitzag. Ook zij had wallen. Ze zei niks en draaide zich terug naar de automaat.
‘Mevrouw, mag ik het meenemen, anders is het verspilling’, ze antwoordde niet. Hij ging ervan uit dat het mocht, dus hij begon de pakjes te verzamelen. Bij elk pakje dat hij nam sloeg ze hard op de automaat.
‘Mevrouw, kunt u daarmee stoppen?’
Ze stopte niet, en bleef op de automaat te slaan, altijd maar harder. Het geluid irriteerde Felix. Hij liep terug op de trap naar boven. Zijn armen zaten vol met eten, hij kon het bijna niet in één keer naar boven dragen.
‘REMI’, geen antwoord.
‘Niet weer’, dacht hij.
‘REMI, IK HEB ETEN’, Remi deed meteen open, en nam al het eten van hem.
De film stond niet meer op.
‘Gaan we niet verder kijken?’
‘Het was saai’, Remi keek hem aan, en ook hij had opeens wallen. Zijn ogen waren rood.
‘Wat is er met je oog? Heb je er te veel in gewreven?', geen antwoord.
Remi ging naar buiten.
'Remi! 'Naar waar ga je?’
Felix volgde hem naar buiten, maar opeens zag hij hem niet meer. Hij liep naar beneden, en zag de jongen weer. Deze keer zei hij niets. Zijn wallen waren niet meer paars, maar zwart. Zijn ogen waren ook rood, net als die van Remi.
De grond lag vol met eten, je zag de tegels niet meer. Hij hoorde de vrouw kloppen nog voor hij haar zag, maar in de plaats van die weg op te gaan liep hij naar beneden. Beneden aan de trap stond Remi.
‘FELIX’, riep hij.
‘FELIX, FELIX, FELIX, FELIX’, hij bleef maar roepen.
‘STOP, REMI’, Felix werd gek van hem.
‘FELIX, FELIX’
‘REMI HOU JE MOND’, Felix liep naar beneden. Hij had gemerkt dat zijn broer ook zwarte wallen had gekregen, en opeens waren zijn pupillen ook zwart. Normaal had hij groene ogen. Onder aan de trap stond hij weer, hoe kan dat?
‘FELIX, FELIX’, zijn ogen en wallen waren ‘versmelt’ en je zag nog alleen een zwart gat. Zijn neusgaten waren dubbel zo lang als normaal. Uit schrik liep Felix naar boven en hij bleef Remi horen, die naar hem zat te roepen. Hij keek achter zich en zag dat Remi hem volgde, maar net toen hij boven kwam, zag hij Remi weer voor hem. Hij was opeens heel mager, en dat zag je vooral in zijn hoofd. Hij zag er heel ongezond uit. Ook zijn huid was opeens wit. Hij liep door de gang en zag overal op de grond voedselverpakkingen liggen. Hij probeerde de uitgang te zoeken, maar die was dicht.
‘Waar ga je naartoe?' Je bleef toch 4 nachten’, zei de vrouw aan de receptie. Ook zei had zwarte gaten als ogen en lange neusgaten. Felix hoorde een deuntje achter hem, ting ting ting ting ting ting.
‘Wat is dat?’, vroeg hij aan de vrouw.
‘Sfeermuziekje’, ze lachte naar hem. Haar lach werd altijd maar breder en luider en Felix rende weg. Hij ging de trap op, en hoorde opeens alles door elkaar, de vrouw die hysterisch lachtte, TING TING, FELIX!, BAF, BAF, van de vrouw die op de automaat sloeg. Hij begon te huilen, hij wou hier weg, maar alle deuren waren dicht en hij kon nergens heen. Hij bleef de trap op gaan en elke verdieping waren de geluiden luider en de geur van al het eten sterker. Er waren oneindig veel verdiepingen, wat niet klopte want normaal waren er maar 6. Felix bleef de trap op rennen, ook al werd alles luider en de geluiden irriteren hem elke keer meer. Het stonk verschrikkelijk, maar hij probeerde het te negeren.
Remi stond voor hem, nu zag hij er niet meer menselijk uit.
‘Felix, waar ben je?’, vroeg hij. Hij keek naast Felix.
Felix rende naar boven en, opeens, waren alle geluiden weg. Felix lachte, hij liep naar de uitgang en tot zijn verbazing was die open, en hij liet het hotel achter zich.
Achter hem hoorde hij de stem van zijn broer die riep: ‘Felix, waar ga je naartoe?’
Einde