De overgang was wel bizar:
op wiebelbenen liep ik rond,
mijn boeren roken al te bar
en diarree verliet mijn kont.
Drie dagen zou die kwelling duren.
Eerst werd mijn tred wat minder sloom,
mijn mond verstuurde minder zuren,
mijn anus hield zich meer in toom.
Meteen begon ik weer te rennen;
mijn ademhaling liep perfect.
Ontlasting kon ik niet steeds mennen.
Het zorgde voor een gek effect.
Een oude angst verzette bakens:
geelbruin verkleurde mijn pyjama,
verdween met dekbed, hoes en lakens.
Maar broeien deed een ander drama,
terwijl de wasmachine draaide.
Verliefdheid was niet wederzijds.
Op oudjaarsavond bleef bekaaide,
bedaagde vriendschap harerzijds.
Die afspraak zei ze later op.
Een kil bericht en verder niets;
mijn nieuwe jaar meteen in 't slop.
Een antwoord liet ik na te geven.
Excuses kwamen als failliets,
markeerden 't eind van louter zweven.