Je partner continu volgen via een app: leuk of verwerpelijk?
Hij was niet eens mijn partner, dat maakte het alleen maar erger. Was het erg om door mijn baas continu gevolgd te worden? Erger dan dat. Een oefening: wis het woord ‘erg’ door de woorden ‘stresserend’ of ‘absurd’ of ‘wraakroepend’… en je komt uit bij mijn beleving.
Volgapps kunnen tot ernstige frustratie leiden, u bent gewaarschuwd. Mijn baas was geen twee mensen waard. Stel het je voor; je hijst je in het obligate uniform, steekt de tracker in je broekzak, en hop, de fiets op. Een dienstfiets die overal gezien wordt, een werknemer op het zadel. Een werknemer is iemand die het werk neemt uit handen van hij of zij die het geeft. De werkgever richt zich tot haar werknemers. Hij of zij is zichtbaar en aanspreekbaar. Maar, waar is hij? Ik zit dus op mijn fiets. Kijk, ik rijd! Kijk, ik rem! Kijk, ik stop! Ik ben gewetensvol, u ziet het, ik stop voor een stoplicht maar ook voor een opgestoken hand. Dan ga ik in gesprek, beantwoord vragen, wijs de te volgen weg. Kan ik vandaag nog, geachte werkgever, een woordje met u spreken? Waar bent u? Ik krijg geen reactie op mijn oproepen naar u. Wat houdt u geheim? De plaats waar u zich ophoudt?
Een tracker, ach, iedereen reageert er verschillend op. Mijn mannelijke collega’s zetten humor in om dat controlerende ding het hoofd te bieden. Het zal wel wennen…vier woorden die de weg naar aanvaarding effenen. De mijne blijft hobbelig, glad, onveilig. Wat zal wennen? Zullen de gevolgden de gevolgen van het volgen aan hun laars lappen? Zullen ze de tracker opzettelijk verliezen? Ik heb er nooit aan gedacht dat het volgen via de volgapp goede of extra punten zou opleveren voor de gevolgde; een promotie binnen de dienst bijvoorbeeld? De tracker werd aan ons ‘verkocht’ als zijnde een manier om snel ter hulp te kunnen schieten indien we in een gevaarlijke situatie zouden verkeren. Er wordt beweerd dat een volgapp het bestaande vertrouwen bevestigd. Er wordt gezegd dat een app waarmee je anderen kan lokaliseren rust en veiligheid kan bieden; er kan meteen worden ingegrepen als er iets alarmerends gebeurt. Anderzijds ben je nooit echt vrij, nooit ongezien, nooit niet te traceren, maar moet dat dan zo nodig? Moeten we totale vrijheid aanhangen als we nooit totaal vrij zijn? Het stoppen van een tracker in de zak van mijn uniformjas gaf me elke keer een negatief gevoel. Ik voelde me een hond aan een lijn. Ik voelde me een gevangene aan een enkelband. Het ritme waarmee ik mijn werk uitvoerde verdroeg geen lijn of enkelband. Mijn taken werden sneller volbracht. Het stoorde me dat mijn baas te weinig taken gaf, dat we zelf op zoek moesten gaan naar werk, dat hij het gemak van een tracker introduceerde alsof het voordeel daarvan geheel voor ons zou zijn. In werkelijkheid werkte hij lange, zeer lange dagen aan zijn politieke loopbaan, kon daarom veel te weinig tijd besteden aan ons. Hij liet onze lijnen los. Wij waren de honden die vrijelijk doolden, snuffelden waar niets te snuffelen was. Onze baas was een luie cipier zonder gevangenen want die zaten thuis bij tv. Klopt het dat er geen plaats was in zijn buro voor ons? Dat hij ons op zijn hoogst persoonlijke kantoor in de gaten kon houden of van daaruit kon aansturen? Wij waren zelfaansturend en de verleiding bestond erin dat we op onze fiets ons eigen huis zouden bereiken tijdens onze diensturen, aldaar koffie zouden zetten, aldaar de aardappelen zouden schillen, en daarvoor betaald zouden worden. Dan liever een app. Een kleine investering om werkzoekenden te kunnen gadeslaan terwijl ze aan het werk zijn, in hun hoofd het mesje waarmee ze niet de patat schillen maar hun baas.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.