De ochtend opent de uren,
uit slaapzalen het gewenste gedrag.
Ze zwerft door gangen
op zoek naar de dag.
Zo legt ze een zondag te rusten.
Sleept hem dan weer als wekelijks
overschot achter zich aan.
Scherpt het puntje van de tong
aan liedjes, aan een grap
in de tocht van haar geheugen.
Ze vat het huisdier samen
op schoot.
Nooit gehoord dat het ademde.