Bellum omnium contra omnes 2: Bellum

6 dec 2025 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Hoe werd dan Justitia een ruiter?

Een bloederige amazone

Waarbij elke galopslag een kanonschot,

een kogel, een bom weerklinkt

Nu ben ik verdord

Mijn wortels breken

Justitia werd Bellum

Raast lustig voort in een wereld

voor wervelwinden

Verstoort zij elk rustig oord

Niet langer aanbid ik haar

Zijn wij onlosmakelijk met

elkaar verbonden

Nee, ik vrees haar

Deze nieuwe godheid verdrijft mij

Onaantastbaar onbereikbaar

Altijd aanwezig

Verminkt, gemarteld, misbruikt

Voor eeuwig gevangen

op een piëdestal

 

Sommige muzen zijn barmhartig

De meesten verblinden

Ook Bellum leeft in duisternis

Een slachtoffer van haar eigen kracht

Vernederd tot een geketend excuus

‘Het is toch allemaal haar eigen schuld’

Verkondigde de wereld

‘Verleidster, mannen zo misleiden

Bedriegen met waanbeelden

Over rechtvaardigheid’

Brulden de leiders

Ze staken elkaar met de scherpe randen

Die hun poorten sierden

Vervloekten de aarde waaruit de ander

Ontsprong en bloeide

Miscommunicatie was zijn bedrog

Hij wou nooit waarheid

Slechts bevestiging

Hij vergiftigde haar

Wierp wrok in haar eten

Mengde haat in haar drank

Kerfde machtslust in haar huid

Want hij hield van haar

Adoreerde Bellum, niet Justitia

Net als vele

daaropvolgende nachtmerries

Heersers en krijgsleiders

 

Kijk, mijn hart!

Naar de vlammenzee voor jou gesticht

Warm jezelf aan dit heerlijke haardvuur

We zullen hun herinneringen

als stookhout gebruiken

Onze woede als ember

Aanschouw, mijn schat

Het puin dat de steden siert

Hoor, mijn muze

Het lijden van de ander, de vijand

En hun onwaardige nageslacht

De pijn in hun klaagzang

De disharmonie van hun schreeuwen

Voel, mijn alles

Het niemandsland waar

wanhoop regeert

Jouw thuishaven, venijnige heimat

Hier groeit enkel verdriet en victorie

Adem in

Ruik het verderf

De lucht versombert

Grijs geverfd

Waarom huil je, mijn lieveling?

Je zegeviert

Deze lijken

Omhulsels van vervlogen leven

Noodzakelijke stapstenen

Voor ons paleis

 

Maar deze mannen ze zagen niet de kooi

van hun eigen maak

De sleutel ver buiten bereik van

eender die wou ontsnappen

Deze kannibalistische cyclus

waarin ze zichzelf verstikten

Ouroboros, de mensheid

vreet zichzelf op

Haar minnaars herschiepen haar

van Bellum naar Bella want

Bij een heel klein beetje oorlog

is het nooit gebleven

 

Ze wou nooit een ruiter zijn

Haar voeten droegen de destructie

gewoon niet snel genoeg

Alleen kon ze het gewicht van

sterrenkinderen niet meer dragen

Ze wou nooit een ruiter zijn

Hoewel de dood en haar

vaalgele companion

Steeds vaker meereisde als gezel

Ze wou nooit een ruiter zijn

Tot een van de mannen

Een vuurrood paard schonk om

land en tijd af te reizen

Ze wou nooit een ruiter zijn

Met de schaarste kwam

De honger en het zwarte paard

Dat hen schaduwde

Vel over been

Een huiden zeil gespannen

Ribben en botten scherp uitstekend

In het onlevend vel

Sindsdien dwaalden ze in driespan

Met de oorlog kwam de honger

Met de honger kwam de dood

Fames besteeg het zwarte ros

Gescheurde gewaden bedekten

Hun ranke vorm

Ingevallen kaken

Verzakte ogen in donkere kassen

Fames ruilde met het volk  

Een vergift

Na verwoesting een tweede kans

Of poging tot sterven

Na de oorlog is je eigen lijf

Je ergste belager

Het vuur der steden brandt

Nu in hun maag

Kronkelend voeden ze zich

Op een dieet van assen

En verval

Een onverzadigbare holte die zichzelf verteert

Het zwarte gat

de alleseter

Tot er van je vet, je vlees,

Je spieren en je botten

Niks overblijft

Tot genadig die laatste ruiter

uit de grond rijst

De bodem breekt zilver

Wanneer de mollenfeesten worden

onderbroken voor dit hoogstaand

bezoek, een royale visite

Ontrol het perkament voor de hoogste

En de laagste godheid

Het finale besluit

Kind van de nacht

Kind van het duister

Brenger van de laatste zonnewende

De eeuwige slaap dromenloze roes

Een gezichtloos geraamte bedekt

In stil satijn

Toch in deze gedaante zul je

Een evenbeeld herkennen

Een warme glimlach, zachte ogen

Een fluwelen hand die je geruststelt

Naar je toe reikt met de belofte op

het einde van het einde

Een laatste omhelzing die

Wijl gestrand zet op de oevers

Van de Styx

Begrijpen jullie het nu?

In oorlog zijn er geen winnaars

Enkel orders en slachtoffers

Is dit hoe je de dood wilt ontmoeten?

Wanneer Mors de sluier opheft en

Jouw botten verpulverd zijn tot

Kerfstokken zijn vol wandaden

Slaap je goed?

Terwijl honger heerst onder

jouw ivoren toren

Een kind verdwaalt in

een labyrint van steen

Maar in dit verhaal is Minotaurus

Een ander soort monster

Uiteindelijk zijn alle

Monsters menselijk

In ons bestaan is er niks menselijker

dan moord

Onze zonden zijn niet dierlijk

Dieren doden niet voor sport

De gebroken leegte

Een met gal gevuld tranendal

Nee, dit gruwelspektakel

Dat elke avond

onze nieuwsberichten overspoelt

Die walgelijke eer hebben we

Volledig aan onszelf te danken

Homo sapiens

Toppunt van aardse evolutie

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

6 dec 2025 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket