Aan de overkant van het kanaal
trok een oudje aan de lijn,
de hond zo tergend traag.
Dat was haar doen.
De visser liet het zijn.
Hij keek naar links en
in de verte. De fiets nadert
nooit als de fietser niet meer ademt.
Aan de overkant van het kanaal
trok een oudje aan de lijn,
de hond zo tergend traag.
Dat was haar doen.
De visser liet het zijn.
Hij keek naar links en
in de verte. De fiets nadert
nooit als de fietser niet meer ademt.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.