Jutta, de gravin, verging het als een bouwvallige muur in de herfstwind. De fiere vrouw van weleer was haar glans al lang verloren, ze was nog een schijn van zichzelf. Een spook dat door de gangen van het kasteel dwaalde op zoek naar iets of niets. Maar steeds met die verbeten trek op haar ingevallen bleke gelaat.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.
