Machthebbers moeten met tegenzin toegeven,
Dat zij niet zonder het kutvolk kunnen regeren,
Tot wanhoop toe, naar hun gezaag moet luisteren,
Hun bittere scheldtirades moeten verdragen,
Och arme machthebbers krijgen geen genade,
Alleen maar een vet pensioen en almachtige heerschappij,
En voor het kutvolk, louter droog brood en geitenbrei.
Maar er komt een dag, dat het kutvolk in opstand komt,
Door hun hongerige buikjes, hebben zij een korte lont,
Maar zullen genoegen nemen met kaviaar likkend van de grond,
Aangeboden door de machthebbers, strooiend vanuit het balkon.
Silex