zoete merels proeven
niet eens van de krieken
ze wachten in de bomen
op een bries die eetbaar is
op kentering
zijtakken probeerden nog
uitzicht op die volkeren
steden te verbergen
achter bladerglas
zorg voor wat verstrooiing
asfaltgeuren hangen stil
gieren wachten ijverloos
nog voor de stille storm
op bloedrood fruit
adem nog een keer heel diep
dat vraag ik aan de zon
toe blaas dan toch
die mensheid uit
uit de reeks 'Over eelt en zurkelteelt'