zoals haar haar vervilt tot een hoed
drapeert ze zich met haar voeten
aardend uit haar bladzijde haar vel verschrompelt naar de rand
op het boek wil ze vloeien
gelezen worden om nog eens
een vermoeden van een leven te voelen zij is het kind van een dode dichter
reeds lang vergeten
sinds de schimmel aan het papier
begon te knabbelen maar ze is daar wachtend op tijden
dat het de mens niet voor de wind
zal gaan, tot het keert en het koesteren
zich opnieuw laat baren in de oergeest zij is het kind van de rekening
op het conto van het tijdelijke
een lange obscure lijst van onaffe geschiedenis
dat zichzelf langer maakt met dode kinderen
drapeert ze zich met haar voeten
aardend uit haar bladzijde haar vel verschrompelt naar de rand
op het boek wil ze vloeien
gelezen worden om nog eens
een vermoeden van een leven te voelen zij is het kind van een dode dichter
reeds lang vergeten
sinds de schimmel aan het papier
begon te knabbelen maar ze is daar wachtend op tijden
dat het de mens niet voor de wind
zal gaan, tot het keert en het koesteren
zich opnieuw laat baren in de oergeest zij is het kind van de rekening
op het conto van het tijdelijke
een lange obscure lijst van onaffe geschiedenis
dat zichzelf langer maakt met dode kinderen