Er groeit een klaproos tussen de keien
van de oprit. Dit is een dag om te wachten
op wat niet komt : regen van november,
het graf dat openrolt, een oude moeder
die niet voorbijgaat. We kijken omhoog,
zien tekeningen in wolken verdwijnen.
Dit is levensecht. We dreigen te geloven
maar er is wat altijd blijft. In de grond
kiemt het zaad vol kracht. Wij zijn pioniers
langs spoordijken en over zandvlaktes.