Hilde zat op de verweerde bank, starend in het niets. De wind blies haar haren weg en weer dacht ze zijn zachte hand te voelen, zoals voorheen. Ze sloot haar ogen en genoot. 'Martijn' fluisterde ze zacht.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.