De papa aan de kassa van de supermarkt is gegeneerd. ‘Stil, Remi,’ fluistert hij en zet een pot choco op de band.
‘Ik wil chips!’ Remi is een zwartharig engeltje met de mooiste ogen die ik ooit zag. Donkere karbonkels met razendsnelle wimpers die er overheen fladderen. Nu kijken ze boos. Ik sta achter hem in de rij, ongeduldig om mijn luie avond te beginnen en negeer het geblèt. Daarop steekt hij een wiebeltandje bij. Hij is beslist overal in de winkel hoorbaar.
De slechte vader die zijn kind geen chips gunt, sist: ‘Hou je mond.’ Het komt er plots zo dreigend uit dat zelfs ik mijn adem in hou. Maar engeltje geeft geen krimp. Hij stampt in het rond in de winkelkar en vader weet niet hoe vlug hij zijn boodschappen op de band moet leggen om toch maar te redden wat er te redden valt. Hij kijkt verontschuldigend in mijn richting, maar ik staar koel terug. Geen medelijden. Geef dat jong zijn chips, zodat hij zwijgt.
Zelf koos ik drie grote zakken. Drie! Een mens moet na een zware dag weten waar zijn prioriteiten liggen. Junkfood, wijn en tv zijn de mijne vanavond. En mijn zetel uiteraard. Graag vlug mijn zetel. Maar daarvoor sta ik in de verkeerde rij. Ik haat jengelende kinderen. Zelfs als ze alleen-op-de-wereld-ogen hebben en een schitterend pruillipje.
Steeds luider begint Remi te drenzen, terwijl hij mij niet uit het oog verliest. ‘Chips, ik wil zouhoute chips!’ Afkeurende blikken rondom. Ik voel de collectieve veroordeling ook op mij afstralen. Hoho, ik sta hier alleen maar! Zal ik dan toch die pedagogische Erlebnis maar bovenhalen? Ik trek mijn wenkbrauwen op zo hoog ik kan. Laat mijn bril zakken. Frons. Dit is de blik waarvoor de vriendinnen van mijn dochters (nog steeds!) bang zijn. Remi’s lip trilt.
En plots winnen de angstige kinderogen het van mijn vermoeidheid. Ik knipoog en glimlach. Hij voelt de verandering van klimaat feilloos aan. Zonder mijn blik los te laten prutst hij nu omzichtig aan een doos tussen zijn benen. Er staat een poes op die groene balletjes eet. Het engelensmoeltje glundert.
Verdorie, hij maakt me medeplichtig! Tik. Balletje. Tik. Nog eentje. Hij gluurt vanonder zijn ongelooflijke wimpers. Zal ik hem verraden? Ik zwijg. Ik sympathiseer. Wij zijn vriendjes. Hij riskeert er nog een paar. Tiktiktik . So what. Ik knipoog weer en grijns voluit. In snel tempo petsen de poezensnoepjes op de grond. Papa is bijna aan de doos toe als Remi haar triomfantelijk omkeert en de balletjes door de kar heen de grond op stromen.
‘Potver…’ Remi krijgt een dreun en brult in overtreffende trap. Pa strooit met een rood hoofd sorry’s rond. ‘Ik zal alles even oprapen.’
De kassajuffrouw bedankt beslist. ‘Rekent u nu maar af, meneer, wij ruimen wel op.’ Ze wil het tweetal meteen de winkel uit.
Ik voel me schuldig. Dit familiedrama had ik in de kiem kunnen smoren. Wanneer pa vertrekt, gooi ik in een opwelling een zak chips in een van zijn nog geopende tassen. ‘Voor vanavond bij tv,’ fluister ik hem toe.