Ik wil ontberen als de zonnedauw
geworteld in schrale grond
belofte proeven achter gesloten lippen.
Ik benijd haar, elegantste jager
hoe ze lokt met kleverig rood.
Roerloos strekt ze tentakels naar de hemel.
Ik wil verslinden als de zonnedauw.
Haar prooi landt in glanzende plooien.
Het sterven doet geen pijn.
Ik ontbind in kleine deeltjes, onzeker
of ik de carnivoor of het insect wil zijn.