ik tel de dagen voor de dood maar niet
ze komen vanzelf wel als ik ze wil zien
ik ontspan en voel mij goed bovendien
het vaarwel ligt zeker niet in verschiet
mijn weekagenda wordt niet hun huis
laat ze daar zijn, hun kooi niet verlaten
niemand van hen zal mij gaan bestraten
ik moet ze niet dat griezelige gespuis
ze pellen mij af tot op het magere been
en slopen het tot krot geworden verblijf
dat weer een goede renovatie vraagt
aan de aarde leg ik mij nog niet te leen
enkel de arm en het been voelen al stijf
ik houd van het lijf dat me moedig draagt