Het is heet, de klok slaat vijf en ik ben loom.
Het vijverpeil is laag,
een vijfde van het oppervlak staat droog.
De zon maakt eikenbladeren transparant.
Het stof verstuift wanneer twee doffers
op de heuvel landen, onder de eikenboom.
Een lange lindelaan leidt naar de speeltuin.
Het weer voor ijsjes op de banken in het park.
Likken heeft wel haast.
Een tong is soms te traag.