Je schijnt soms veel te licht
Zei je en klom toen in mijn ogen
Je hing je warmte
Aan de kapstok in de gang
Ik heb je gevonden
Vertelde je
Maar het was veel te ver zoeken
Dus ik ruimde je hoofd en
Joeg de spinnen uit de kelder
Jij gaat vaak te hoog
Op de ladder van ons huis
Waar jij staat kan ik niet zien
Hoe jij over wolken en
De daken vliegt.