Stroom
Het was midden in de nacht toen hij zich realiseerde dat hij een probleem had. Hij luisterde met wijd open ogen naar het druppelen van de kraan. Het zou niet vanzelf stoppen, dat besefte hij. Het monotone, aanhoudende geluid dreef hem tot waanzin. De drang te vluchten die al heel de dag in hem brandde, leek deze nacht alleen maar in intensiteit toe te nemen. Hij moest hier weg. Hij stond op en draaide alle kranen open. Getuigen spraken achteraf als was het het einde der tijden. Met een luide knal was het raam open gebarsten , een vloedgolf spatte naar buiten met daarop een man die de bedspijlen bestuurde als was het een auto. Het water dreef af naar de dichtbij gelegen rivier en het bed dreef mee,met daarop een man, als een kapitein op zijn schip, luid zingend een andere toekomst tegemoet.