17+
Wie de benaming Onze-Lieve-Vrouwe-Kapel-met-Treurwilg niet romantisch vindt is wel erg imbeciel.
Het ding is aan de nauwe kant, ligt aan een drukke baan te Ardooie maat dat kan ons niet schelen.
Aimé van de Pittemse Krulbolvrienden heeft daar ooit eens melding gemaakt van dit kapelletje en zijn relaas van de fietstocht die de Vrienden georganiseerd hadden, en toen tante Hannelore de naam van dat christelijke vluchtoordje gelezen had, heeft ze in mijn oor gefluisterd: Lieve jongen, daar wil ik me wel eens in een maagdelijke sluiertje voor je kleden en op dat bankje mag mijn Innerlijke Ondeugd herontdekken en doen alsof het de Eerste Keer is.
Wat is zij overheerlijk mijn tante Hannelore. Ik hoef zelden te spreken. Ik fluister wanneer haar huid daarom vraagt met het puntje van mijn tong in tinteltaal.
De twee kaarsrestjes die het vuur voelden, staan daar nog steeds na te genieten met hun ene beenstompje in de kraag van lege flesjes Lambiorix.
Het is ook helemaal niet zondig wat daar gebeurt tussen Hannelore en mijzelf.
Zonde is een betuttelend woord gebruikt door de stem van preutse vooroordelen.
Ontucht heeft trouwens slechts enige betekenis van malaise, of zorgt enkel voor een rare zwarte, misschien ziekelijk opwindende bijklank in het hoofd, de oren van een genormeerde sterveling.
Om diezelfde reden zullen Hannelore en ik ook noot lid worden van die muffe club met zijn Krulbolvrienden.
Tante steunt ze wel en ik help daarbij. Wij drinken samen immers best veel Lambiorix en de kassa van de Pittemse Bolrollers krijgt daardoor ook een extra duit in zijn muiltje, maar dat is eigenlijk slechts bijzaak.
Hoofdzaak is de bijdrage van dat bier aan ons genot. Wat niet ontkent kan worden, is dat ze daar verdraaid fleurig kunnen brouwen wanneer ze eens iets anders doen dan bollen.
De smaak is vol, is zo tof fris en ik moet het toegeven, wanneer er een beetje Lambiorix over haar tietjes naar beneden sijpelt tot langs haar poesje... Gosh! Het is één en al harmonie van mijn geliefde sapjes.
Met dank aan Tante Hannelore, haar Poesje en de Pittemse Krulbolvrienden.
uit de reeks 'Roeland Wittebolle'