Le plat pays qui est très loin

9 okt 2015 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

 

 

11 juli en ze hadden me die dag vergeten op de maan. Lichtheid, zandkoekjes, zuivere lucht. Alles in zakjes maar gelukkig. Meer dan genoeg tandpasta, zuurstof, de geur van mijn Rebeka, herinneringen aan een geitenlam, dozen vol met pillen, anti-psychotica en Neo-Colargol.

 

Dat ik nooit terug zal keren, dichterbij zal komen als het velokoers of kermis is. Het zij dan zo, geef mij veel liever dikkoppen in een vergeten plas, ik vind het ruime water wel en weet het van een kangoeroe, in de zoo van Antwerpen.

Eerst leek hij bezorgd, de week nadien verbolgen en bezopen, buidelpretjes zijn verzinsels en het beest wist het te zeggen met zijn blik: geduld en tijd ze manken even veel, en hinken doet wel eens een wees die in riet de ouders van een pasgeboren karekietje ziet.

 

Verderlopen lukt altijd, ik hoor de liedjes die half langs het jaagpad klinken, richting monding huppelen drie kinderen, ze tekenen met krijt, af en toe een pijltje voor een gek als ik, die veel te ver terugdenkt, in de toekomst vuurtjes stookt met puzzelstukken.

 

Verdwaald en abnormaal ben ik. De weggelachen fuut verbergt zich, broedt niet op mijn ongeloof zo sterk dat zelfs de goden er van dromen. Iedereen vergeet negeert het want gezonde mensen joggen, lopen door een bos lijkt me wel iets, of door een jungle vol met roofdieren die sluipen voor de rest gewoon rechtuit zijn, kleinigheden lusten geen rancune kennen.

 

Dans ma petite valise zit er voiçi, zelfs een raket, een parachute en Rebeka heeft een achtertuintje zit het liefst op haar vertrouwde wasmachine beentjes open als ze voelt dat ik weer landen zal. In Nový Život woont ze kweekt er wortelen in officiëel Slovaakse bodem. Ze heeft een roze Škoda Favorit, is rossetrots Hongaars.

 

"Ja, igen en joepie!"  Straks gaat de trommel even zwieren, over asfaltbobbels rijden we. Straks pas. Na de voorwas, na de hoofdwas, weg, we gaan naar Budapest. Via Komáron, stoppen ginder midden op de brug.

 

            - MAGYARORSZÁG-

        Jó utat és anyák tisztem* 

 

Zoen altijd op de grens! Tot in de nerven want hier stroomt de Donau, voel het in de aderen dat driften leven, water bruisen wil en ik vergeet heel even alles. Ook het lamlendige Vlaanderen, waar men zich vasthoudt, aan een reep fiere chocolade, aan Martine Tanghe, aan Jupilerflesjes likt. Of bij Alfred frietkabouter kippenvingers bestelt, zich bij de brokken en de botten neerlegt, zelfs een selfie met hem neemt.

 

Omrekenend, dertien euro en twee cent betaal ik voor drie flessen tokaji 5 puttonyos en we scheuren verder richting Budapest, naar dat ene telefoonkot waar ijsvogels het al jarenlang proberen. Of hun nest wel aan het glas blijft plakken. Als we komen vluchten ze, en na ons ding dan keilen we. Steenjes stuiteren, ze ketsen wel een keer of tien, ze zinken weg in flutgewauwel van een handjevol toeristen, nuchter; wij we zwemmen.

 

Naakt, we gooien met wc-eendjes. Fotogeniek zijn wij, Rebeka kent de kunst, om eeuwenlang te blijven kleven aan mijn ribben. Diep zijn haar ogen. Tot ik terugdenk, aan de kangoeroe, zonlicht aan de einder schraapt en ik bijt.

 

In het stof, grijp naar het laatste zakje, wuif wat onbezonnen naar de aarde en ik proef, de Vlaamse klei, de grond waarin een vader, scheefgroeiende populieren had geplant.

 

 

 

 

 

uit de reeks  'Reizen met Ricky'

______________________________________________________________________________________

(*)      - HONGARIJE -

Goede reis en moeder eer ik

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

9 okt 2015 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket