Toine liep naar de moestuin. eindelijk even verlost van je gezaag, dacht hij. Ineens merkte hij een zwerm zwarte kraaien die rond zijn vogelverschikker cirkelden . Toine rende er naar toe en joeg de vogels weg. Toen pas zag hij iets hangen aan de houten stokken van de vogelverschikker: holle ogen staarden hem aan. 'nee, nee niet jij Rolf!' schreeuwde hij en zakte huilend op z'n knieën.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.
