God, Allah en Jahweh hadden dikke pretten,
Als Erasmus student mochten zij gaan leren,
Aan de VUB, daar hadden zij voor gekozen,
Want zij wilde de wetenschap ontdekken.
Zij waren nieuwsgierig en leergierig,
Hun leven getekend door oorlog, zo triestig,
Want zij wilde de wereld veranderen,
God stortte zich op Darwin’s theorie,
Maar zakte voor dit ingewikkelde vakkie,
Allah voor humane wetenschappen,
Maar kon er niks van snappen,
En Jahweh moest toch even bezinnen,
Over het nut van de medische besnijdingen.
Maar zij waren vrienden voor het leven,
Om hun kennis te leren en te delen,
Dus besloten zij een studentenclub op te richten,
Een kerk, een moskee een synagoge in één,
Om iedereen te verwelkomen behalve de vrijzinnigen.
Silex
Jankt van het lachen.