in huis zou je de rommel al gauw
voor mijn voeten hebben gegooid,
mijn sjofel geplooide krant met half
ingevuld kruiswoordraadsel volstond.
maar het morsig tapijt beukennootjes hier,
veertienduizend varianten puzzelstukjes,
nog gesloten, glurend langs gordijntjes
of vuil kijkend met rotte kies:
dit topjaar zou je netjes hebben gevonden.
in recordtijd kon je ze villen, al vlug
een mini-houtstapeltje in je kom,
terwijl ik priegelig aan het vierde bezig was
en op het eind niets eetbaar in mijn handen vond.
niet onder de indruk van dit mastjaar
hangt mijn sjaal doelloos te pendelen,
een jaar waar eekhoorns talrijk zullen zijn
en ik gewillig ja knik op alles wat jij daar over zegt.
kan je ginds even weg, een ogenblik maar?
want je bent vergeten uit te leggen
hoe ik de binnenkant voor mij kan winnen,
het truckje hoe ik het best alles open maak.