vroeger speelden we voor dood.
duim en wijsvinger volstond
om iemand de wereld uit te helpen.
vanuit een hinderlaag en met genoeg
munitie streden we om familie-eer,
betwistten op een heuvel de bloedschande
die in een rechtstreeks duel maar één
zuiver schot nodig had.
elk om beurt gingen we er aan
bezweken zo dramatisch mogelijk
in het hoge gras, viel ons hoofd
met een laatste zucht opzij terwijl we
levensadem tot aan de rand gestokt
hielden, doodstil lagen
af te vragen wie er als volgende aan
moest, keer op keer ondervonden
dat het hoekje omgaan
lang niet voor altijd hoefde te duren.