Levensles

28 jun. 2021 · 2 keer gelezen · 0 keer geliket

Een zweem van minachting weerklonk door de kamer. In zijn toon ontwaarde ik de doodsklokken van het heden, terwijl de witte rook uit zijn adem het begin van een toekomst voorspelde. Zijn vingers leken gehuld in rijstvellen, transparant en broos. Trillend tikte hij de opgehoopte assen op de grond. 

‘Ik ben immuun voor verdriet,’ zei ik. ‘Ik kan maar niet huilen.’

Hij grijnsde een met bruine teervlekken bedekt gebit bloot en antwoordde: ‘Immuun ben je niet, mijn jongen. Je hebt het geluk gehad altijd in de nabije omgeving van jouw familie te mogen vertoeven, waardoor het verdriet geen kans kreeg om door de harde bolster van liefde te dringen. Sta er maar niet lang bij stil en geef aan jouw gezin door, wat wij jou gaven. ’

Hij barstte uit in een turbulent gekuch. Wanneer hij ophield, hing de witte rook, die eerder nog in de ruimte hing, als een troebele filter over zijn oude ogen.

Die dag leerde mijn grootvader wat tranen waren.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

28 jun. 2021 · 2 keer gelezen · 0 keer geliket