Als ik probeer te bedenken wat er allemaal mis is met me, lijkt alles de zwarte kant van de maan. Dat zijn de momenten dat ik een deftige doe-het-zelver binnenstap en de felste hallogeenlamp koop. De kassierster (ik kan haar beschrijven maar wat doet het ertoe?) vroeg me eens,' waarvoor heb je het nodig? Want die lamp kan zo tot de titanic schijnen.'
Ik lachtte. 'Niet het water maar de maan moet ik verlichten.'
Ze keek me aan met grote ogen en een gezichtsuitdruking die ik persoonlijk alleen gebruikte voor gekke mensen. 'Waarom?'
'Om het licht te kunnen zien,' zei ik. De meeste mensen gaan ervan uit dat je in het daglicht geen lamp nodig hebt. Maar ik ben het soort dromer dat niet kan liegen, ik kan al het licht gebruiken.
Als ik dat dan uitleg denken sommigen dat ik in metaforen spreek. Alsof ik iets cryptisch moet omschrijven als ik connectie zoek, terwijl ik net de eenzaamheid opzoek met mijn praktisch brein. Ik begrijp het zelf ook niet zo goed maar het lijkt wel of ik me opzettelijk tegenspreek.
Licht is een medicijn, ook al maakt het je ziek. Daar komt het op neer.
'Goed,' zei de kassierster met gekruiste armen. 'En s'nachts dan?'
Domme vraag, dacht ik. 'Wel, s'nachts moet je slapen.'
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.