lied van de klim

6 apr. 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

beneden heerst onrust.

antwoorden knikken als slaven, roestige vragen.

leven dat tot schim verkilt, onbehagen.

 

omhoog kruipt het pad.

in dwarrelende tranen, door engelen gelaten,

herkent mijn verre hart het ongedwongen bonzen.

 

de schouders van de aarde schragen stoer de hemel,

tot hoger, duizelend, mijn adem mij ontbreekt

en ik, als stof, mijn onvoltooide eeuwigheid omarm.

 

de top.

waar wazig alles niets wordt, verlaat ik het verleden,

groeit in mijn ziel genadig uit stille waanzin vrede.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

6 apr. 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket