soms denk ik nog aan hem
aan iedereen de vader
rampspoed en het ongeluk
het is dit wolkendek
dat met verbeten grijs
de zon voor mij verbergt
want ooit heb ik zijn hoop
gestolen dertien kleuren
van een blinde regenboog
soms denk ik nog aan hem
aan god met zijn heelal
de zieke en de zielepoot
het is de weemoed echt
hij praat te veel met mij
ik durf bijna ik vraag
toe sla ze nog een keer
twee sterren uit de lucht
mijn raampje uit zijn lood
het uitzicht lacht gebroken
weet dat ik de scherven ken
hun steekspel heb gevoeld
soms denk ik nog aan hem
de hufter lijp of hij malloot
degene die mijn ogen koos
of aan de man met regenpet
die kinderpret het liefst van al
verpest met nattigheid hij zegt
doe maar gooi ze nog een keer
je dromen van de daken
want vallen ligt ze beter
modder drek al wat het wil
er zindert altijd zo veel na
ik ken zijn handen nog
hij waste aarde zwart hij was
de stam van alle bomen
die ik later heb geplant
er zitten barsten overal
dat scheef gegroei het pad
is alom zo onnozel lang
soms denk ik nog aan hem
zijn dood die dwaaltocht
door het eeuwig bos
uit de reeks 'Dialogen met monsters en dia's'