De kroost was rijk genoeg
Er kon geen hond meer bij
Bij de buren daarentegen
Hij blafte amper en beet ook niet
De buurhond kwam vaak langs
Zo vaak dat hij er bij ging horen
Zijn baasjes misten inspiratie
Dus kroop hij graag onder de heg
En leerde kunstjes allerhande
Hij danste op zijn achterpoten
At enkel uit de rechterhand
Gaf pootjes bij de vleet
Loeki, het zinneke van de buren
Hoe gek het ook mag klinken
Zijn foto prijkt in ons familiealbum