Jakkes, het ventje van de overburen is nog maar 8 jaar oud en draagt een ziekenfondsbrilletje. Zijn hobby's en aandacht gaan uit naar natuur en milieu. Op school gaat zijn interesse vooral uit naar bloemen en planten. Zijn slaapkamer staat vol met boeken over de natuur en planten. Het lijkt wel de plaatselijke bieb. Opvoedkunde deert hem helemaal niet, hij heeft zijn eigen regels. Spijbelen is ook wel aan hem besteed. Een echte streber is Jakkes en wil dolgraag minister worden in de toekomst. Hij wil gezien worden als een wereldverbeteraar, een soort Gretha 2. De werkelijkheid is anders. Hij maakt de buurt onveilig en is vooral een lastpak. De tuinen in de buurt moeten het ontgelden want hij is altijd op zoek naar bijzondere planten. Jakkes heeft voor niemand ontzag en de tuinen zijn zoals altijd het doelwit. Hij loopt vaak met zijn loep door de woonwijk. Zonder pardon loopt hij willekeurige tuinen in en planten worden vertrapt. Het enige wapen is de loep die onontbeerlijk is. Jakkes toont met trots zijn vergrootglas aan elke voorbijganger. Met de loep in zijn hand verandert zijn dna. Door de regen van de afgelopen weken is het onkruid heel hard gaan groeien. Vooral op zaterdag en zondag heeft Jakkes het op zijn heupen. Het wordt weer tijd voor een opknapbeurt van mijn tuin. Vandaag wil ik de voortuin netjes maken en het onkruid wieden. Ik kijk uit het raam of ik beweging zie bij het huis van Jakkes. Alles lijkt vredig maar ik ben op mijn hoede. Gelukkig is het op een doordeweekse dag. Ik loop naar de schuur en pak mijn gereedschap en een emmer. Voorzichtig loop ik met mijn emmertje en schoffeltje naar de voortuin. Ik kijk als Sherlok Holmes om mij heen. Behoedzaam zet ik mijn emmertje neer om geen geluid te veroorzaken. Een voordeur slaat open, alle alarmbellen gaan rinkelen. Hij is weer op oorlogspad en sluipt als een panter door de straten. Ik zit op mijn knieën en hoor voetstappen mijn richting uitkomen. Vluchten is niet meer mogelijk al probeer ik me zo klein mogelijk te maken. De voetstappen komen steeds sneller en sneller mijn kant op en ik herken de schoenen. Ik kijk recht omhoog en kijk in de ogen van Jakkes met het ziekenfondsbrilletje op zijn neus. Met een kwade blik kijkt hij mij aan. In mijn hand heb ik wat onkruid. Jakkes spreekt mij aan als een zeer strenge oom agent, ‘U bent ook niet plantaardig.’
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.