Ik zie de blauwe lucht. Ik adem. Ik zucht.
Het groene gras. Gensnuffel, gensnuister.
Ik droom weg …
… weg mijn weg. Mijn pad. Mijn vergankelijkheid.
Eindeloosheid tegemoet. Ongeremdheid. Moed.
Alles kan anders zijn, of toch veel.
Als gevoel en denken niet teveel in tweestrijd zijn,
maar als partners opereren,
zonder voorbehoud.
Zoals de wolken dansen om de zon,
en de zon desondanks schijnen zal,
zo zal het ook met mijn gevoel en denken verkeren.
Ik zal het leren. Uit-einde-lijk.
En intussen haal ik zin uit het zien van de lucht
Die ik al had gezien, ontdekt …
Zonder vraag.
Zoals ik ben.
Zucht.