doodstraf voor leugens, gezuip en gerook
geradbraakt tegen de hersenstam
op een plastieken bobijn
tot brokken onze vader
zijn strot is onthoofd
omdat hij paste voor venijn is nu zijn
maag en ziel aan banden
zij doedelen peristaltisch
zure noten uit een voedselzak
hij is niet anders dan hij was, behalve
al dat wijs in je oor is nu fluitend
en de moppen worden op je billen gespat
de oude getrouwe maar dan achter glas
door nood gedwongen gaat de servette rond zijn hals
de geneesheer eet de stilte, slikt ze, snel, met zijn instrument, tot brokken
deze ziekte van het hoofd
is er een die de keel doorboort