In deze metro ademen koffiemonden uit en in.
Twintig koffiemonden even nog in deze metro.
Een kind dat naast me zit, leest Franse woordenschat
in fluogele kolommen geschikt, bedekt met de linkerhand
lidwoorden die dansen op zijn stille lippen
alsof hij stiekem bidt. Ik ruik aan ochtendhanden,
vind een vingerpunt moederzalf en tel de ratten
die dwalen langs de sporen. Montgomery, Maalbeek_
moeten we daar echt naartoe? Tussen het suizen
in mijn oren door hoor ik de stemmen die blij zijn
omdat het dinsdag is. Het vocabulairekind neemt me
bij de hand. Overstappen nu. In Kunst-Wet / Arts-Loi
staan we stil op een roltrap, stil tussen borderlijnen.
Zonder woorden liggen we straks in kransen van licht.
Onze jassen op de grond geslingerd als doelpalen
op een speelplaats in maart. Archiefbeelden
voor het jaaroverzicht. Moesten we echt Benoit?