Dit zijn de hangende gezichten,
opgesloten als sepiakleurige geesten
in het geheugen.
Waar het woekert van onrust.
Onrust gekneld tussen spier en bot.
Het wordt magma
in de schedel.
Het stolt
in de holtes van de anatomie
en vult in alle nerven het vlees.
Het ademt nog na die stroperige bloedbrij.
De inhoud wordt een steenklomp.
Het wordt oud.
Krijgt rimpels,
kloven,
barsten
en scheuren.
Het verandert in puin.
De tijd kauwt en spuwt het uit tot gruis.
Het laat alles sepia worden
en vergaan.