‘Neem jij zijn benen?’
‘OK!’
‘Dan neem ik zijn armen.’
‘1, 2, 3, hop!’
‘Oh neen, hij is te zwaar.’
‘Marie, waar is Lydia?’
Lydia stond wat verder naar het glinsterende, donkere water te staren. Jeaninne riep haar.
Het waaide als zwoele warmte van een late zomernacht, de maan scheen hen bij.
Jeaninne, Lydia en Marie hadden hem beet.
Jan kreunde zacht.
De drie handtassen hadden zijn hoofd afgerammeld.
Het was een toeval geweest, deze cruise en deze ontmoeting.
Marie en Jan vierden hun twintigste huwelijksverjaardag.
Lydia wou weg van haar twijfelende minnaar.
Jeaninne was alleen op reis nadat haar nieuwe vriend hun romantisch trip had afgeblazen.
In het bubbelbad vanmiddag was het duidelijk geworden. Alles kwam boven water.
‘Wat?’ riep Marie uit ‘Wie kent hier Jan? Dit is ONZE reis!’ Ze schreeuwde het uit.
Lydia zonk met haar hoofd onder water.
Jeaninne wou in tranen uitbarsten. De bubbels spetterden in haar gezicht. Ze liep rood aan.
‘Smeerlap!’
‘Idioot!’
‘Bedrieger!’
Ze gilden. Jan vluchtte het bubbelbad uit.
Te laat.
Drie samenzweerders beraadden hun plan: op het dek, voorbij de champagnebar, om één uur vannacht, met zwaar gevulde handtassen.
PLONS
De maan knipoogde en verdween achter een wolk.
Onzichtbaar werd het dek. Verdwenen in het donkere water, weg was de kater.
---
Tentoonstelling: Vracht, MAS, Antwerpen
Zin in Musea, Creatief Schrijven, 27 februari 2022