om te genezen van noordelijke wintermoeheid,
om te genezen van een te weinig of van een teveel
komen wij naar deze godvergeten plek.
de dood woont hier in een lege jas, of in de punt
van een verloren schoen. een vrouw beweent zich
met inkt en zwarte verf.
traag en duizelig beweegt zij,
alsof ze nog voortdurend deining voelt
en vreest dat een storm haar leeg zal blazen.
haar handen scheuren dunne repen stof
van smalle schouders, haar vlechten
als vlaggen wiegend in de wind.
voor wie het niet hebben gehaald
laat zij een bloem te water, legt voorzichtig
het verdriet aan onze voeten neer.