Matses.

9 jun. 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

In dit vorte weer bakken we ongedesemd

platte broden.  We moeten ons nochtans

niet haasten, wachten ook niet tevergeefs

op het rijzen van het wittebrood. We nemen

het eerste graan, de late vrucht is voor de spreeuwen.

Onze zakken staan gevuld met schaarse proviand,

versleten wandelschoenen, verschoten petten.

De kleppen hangen neer over donkere glazen :

we zien onszelf weerspiegeld in elkaar. Ben jij

nu ik en hoeveel ik ben jij en wie is wij ?

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

9 jun. 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket