Waarom? Hij was te vergeetachtig. Soms legde hij een boek weg die hij dan maandenlang vergat. Toch kon hij het verhaal zo weer oppikken, alsof geen uur was verstreken.
Hij was uitserst oncharismatisch. Vaak droeg hij een zwarte pull dat hem kleiner deed lijken dan hij eigenlijk was. Zijn voetstappen waren geruisloos. Hij was lenig, wat goed uitkwam om zich een weg door de mensenmassa te banen zonder ook maar iemand aan te raken.
Hij was lief, maar zijn geschrift was verschrikkelijk. Hij schreef korte gedichten op gele post-its die hij op mijn boterhamdoos plakte. Toegegeven, soms las las ik zijn hanenpoten niet eens. Hij was een kind, uiteindelijk. Ik had moest de rol van volwassene nemen in de relatie. Diegene dat dacht aan belastingen en verzekeringen, aan vroegboekkortings. En zoals elke ouder elke tekening mooi vind zonder er per sè echt naar te kijken, zo vergingen zijn gedichten. Ze eindigden alleen niet in een doos op zolder maar in de prullenmand. Die dagelijks leeggemaakt werd door een nonchalante, oudere dame waar te hippe muiziek uit haar ipod kwam.
Ergens was ik jaloers op mijn eeuwige Peter Pan. We hadden beide onze gewoontes en gebreken. Hij accepteerde me, ik hielp hem te geloven in sinterklaas en de kerstman.
Dat was, tot ik Johan leerde kennen.
Johan was ernstig, attentief op een directe manier en al bij al onweerstaanbaar. Hij had een glimlach dat me geborgen deed voelen.
Hij kocht oorbellen. Met hem kon je uit gaan eten, hij hield de deur open en las de wijnkaart.
Het eerste dat ik van hem zag, was die brede glimlach half verstopt achter een stoppelbaard.
Ik denk dat we op dat moment - al was de kans even groot de lotto te winnen en door de bliksem geraakt te worden op dezelfde dag - op precies dezelfde golflengte zaten. Op een of andere manier geraakten we aan de praat. Beiden wilden we iets in het leven en erachter komen wat dat precies was.
Hij was net uit elkaar met zijn ex-vrouw, maar behield goede relaties. Ze hadden een zoon, tenslotte. Een zoontje van zes. Er was geen verhaal toe te voegen aan die simpele feiten. Geen plakkerig spul, geen koffieringen en tandpasta op de spiegel. Het was misschien vreemd om te zeggen maar ik wenste iedereen zo een scheiding toe.
Hij was onweerstaanbaar, opnieuw.
Hij luisterde aandachtig, was ordelijk en onze grappen leken voor elkaar bestemd.
Daarbij, mag ik zeggen, geweldig in bed.
Hij had me eens toegegeven, na enkele bubbels, dat hij handboeien altijd kinky had gevonden.
Ik bestelde ze nog diezelfde avond, ik was plots kinky. Ik, de bloemenpatronen vrouw dat verdween voor het behangpapier. De figurant in een Canvas film. Ik was plots begeerd goed in zijn zachte, warme handen.
Opnieuw, onweerstaanbaar.
Het enige dat vrijheid in de weg stond, was hij. En dan niet echt hij, maar moedergevoelens. Forten die in granieten bergen gemetseld waren van hier tot aan de overkant. Een zee aan schuldgevoelens en lasten. Het eerste vriendje waar ik mezelf kon zijn, maar nooit meer. Ik wou meer.