Ze landen bij de buren
en bouwen er hun nest.
In de goot van het dak.
zitten ze, op ‘t gemak.
Ze maken er veel leven.
Ze negeren me totaal.
Ze krijsen maar en schreeuwen
en maken veel kabaal.
Ze kennen geen schaamte
en houden ons voor de gek
als ze gaan vliegen
met ons broodje in hun bek.
Maar zie ik de meeuwen zweven
dan wil ik met hen mee
en ook een nestje bouwen
op een dak dicht bij de zee.