Ze landen bij de buren.
Ze bouwen daar hun nest.
Op de nok van het dak
zitten ze, op ‘t gemak.
Ik word door hen gewekt.
Geschreeuw voor dag en dauw
Ze zitten daar op de stoep,
te eten van mijn troep.
Ze maken ook veel leven.
Ze negeren ons totaal.
Ze krijsen maar en schreeuwen
en maken veel kabaal.
Ze kennen echt geen schaamte
en we staan altijd voor gek
als ze weer gaan vliegen
met ons broodje in hun bek.
Maar zie ik meeuwen zweven
dan wil ik met hen mee
en ook een nestje bouwen
op een dak dicht bij de zee.
.