in het ochtendbloed verdwaald
tussen de plooien van mijn diepste gedachten
voel ik je brönte-hart donkerzoet in mijn keel kloppen.
denkende dat ik de enige ben
die haar onderrokken woest laat ritselen wanneer het geluid
zijn ogen voor de leugen verzwijgt
op dit vroeg onchristelijk uur
vergis ik je van mijzelf
en ontsteekt je ijzige stilte mijn mijmeringen tot een woestheid in wording
terwijl de dag lauwwarm aan mijn vingertoppen likt
wetende
dat ik de enige ben