De laatste dag van de zomervakantie is exponentieel veel droeviger dan de eerste was in al zijn vrolijkheid. Ze herinnerde zich die dag in juli: hoogzwanger van mogelijkheden en barstensvol goesting. De duizenden musea die ze mogelijkerwijs zou kunnen bezoeken, passeerden de ene al aantrekkelijker dan de andere haar geestesoog. De weg ernaartoe lag bezaaid met ongeplande aankopen in onooglijke winkeltjes vol snuisterijen en wijnbars waar het tintelende gevoel van een gulp Chardonnay haar zinnen zou beroeren. Eindelijk aangekomen in een van die musea zou ze zich zuchtend vergewissen van de tijd en zich troosten met de gedachte dat de dag nog jong was en de vakantie nog lang. Ze zou de kunst inademen en niet enkel verstrooiing zoeken zonder op zoek te gaan naar het genot van de esthetiek. De rust in haar hoofd omarmen en wegvluchten van het ondraaglijke alledaagse was het plan.
Ze zou naar zee gaan. Baden met haar voeten in de branding, de zon op haar snoet en zich overgeven aan de zilte zoen van het strandleven. Vanzelfsprekend zou ze zich inwrijven met klodders Nivea die het gloeiende gevoel van haar verbrande huid zouden koelen. Cocktails zou ze drinken met liters, in strandbars met witgebeitste loungezetels en palmen die het heerlijke vakantiegevoel moeiteloos zouden evoceren. Enkelbandjes waarvan de kleuren van de kralen zouden vervagen naarmate de dagen voorbijgingen, droeg ze tot de laatste dag van augustus, toen ze plots besefte dat de eerste dag van de zomervakantie exponentieel veel vrolijker was dan de laatste is in al zijn droefheid.