Ze zou van grot moeten veranderen. Het besef sijpelde als een droevige regen door haar gedachten. In sommige vroegere culturen werden grotten en tenten ingedeeld. Een ruimte voor ouderen. Een ruimte voor jonge mannen. Een ruimte voor moeders met kinderen. En het moment zou gekomen zijn dat zij nu zou gevraagd worden te verhuizen. Ophoepelen.
Zou een raad van oude ( mannelijke ongetwijfeld) wijzen het voor haar beslist hebben? Of zou er langzaam maar zeker minder ruimte voor haar zijn, waardoor zij wel genoodzaakt zou zijn te verhuizen? Alsmaar meer, jongere moeders die hun eigen plaats kwamen opeisen. En wat zou de doorslag gegeven hebben? De kinderen die hun eigen weg gingen? De maandelijkse bloedingen die uitblijven? ( zou daar werkelijk iemand zich mee bezig houden buiten zijzelf?) Of ,toegegeven, het toch wel wat humeurig zijn? Tegen minder drukte kunnen?
Het maakte op zich niet uit. Ze zou toch van grot veranderen. Vroeg of laat had het toch moeten gebeuren. En met een kleine boosaardigheid keek ze naar al die jongere, begriploze vrouwen rondom haar. Jullie tijd komt ook ,dacht ze. Jullie nieuwe grot wacht ook.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.