De wereld lijkt steeds kleiner
te worden, alvorens enig ander
mijn vingers druppelen naar de einder
ik trek een lijn om de tafel om
het beletselteken, het zet zich
ontspoort oneindig, het kluwen
kluwt tot een vierendeel, waarvan mezelf
ik schoffel door mijn schrijfsels
noch betrek ik de druilende muren
het is is geen hetgeen dat is
het schraapt de gemeenplaatsen af
heeft nergens weg van tot de regen
het onbestaande kan verwezen
het kàn, met één handveeg over tafel