Ik zie het wel,
het laat jou niet achter.
En wat gesloten bleef
voor hierboven en alles daarbuiten,
daar had je vast op willen wachten .
Werd het niet gesmaakt
uit zilte vruchten van eerbetoon?
Zat het niet gewikkeld
rond jouw hart?
Laatst nog,
toen je dacht aan de tevergeefsheid
van al die miezerdagen.
Was je dan de huid waarin
jouw leegte woonde?
Misschien leefde je van bij het begin
in de hoeken van het volmaakte
uit angst om het gulden midden te verstoren
of omdat je je heel klein waande.
Je kan je zwaarte niet verbergen
het helt als een rots over het water.
Wat ooit geruststelde, is opgebrand
en kroont jou nu tot schatbewaarder.