Ik weet zeker dat hij daar nog zit.
Verscholen in de holtes van mijn lichaam.
Als een dons dat verzacht.
Soms steekt hij zijn hoofd op,
grijnst breed
en klampt zich vast aan het voorbijgaande zuurstof.
Meevoerend met de kolkende bloedstroom.
Langs licht krakende botten,
samentrekkende spieren
en groeiend littekenweefsel.
Alles voelt dan verlicht.
Aan de wanden van mijn hart blijft hij even hangen.
Hij omarmt de twijfel,
vult de ruimte met zijn vertrouwen.
Zo nu en dan plaagt hij mijn smaakpappillen
of kriebelt in mijn keel.
Als ik slik,
duikelt hij kirrend naar beneden.
Eens in mijn hersenen trommelt hij zoete herinneringen op.
En met zijn bekende kwinkslag zegt hij
dat het tijd is om recht te staan.
Zijn stem duwt me verder.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.