In de supermarkt.
De mandarijntjes ruiken
naar zoete thee.
In de supermarkt.
Tranen in de ogen
van de vissen.
In de supermarkt.
De verse spinazie
in de aanbieding.
In de supermarkt.
De rode appels glimmen
als in een sprookje.
In de supermarkt.
De Franse stokbroden
steken uit hun mand.
In de supermarkt.
De schappen locale rijst
weer goed gevuld.
In de supermarkt.
Spoken van papier lonken
naar de kinderen.
In de supermarkt
De kassavrouw telt mijn
spaarzegels hardop.