ik oefende nog iedere dag
mijn welsprekendheid
wat dan gezegd van jou
al ik vroeg was een beetje geduld
wat dan gezegd van jou
ik was een slaaf voor mezelf
wat dan gezegd
van jou
gisteren fietste voorbij
een oude bekende die je
net te laat
een halt toeriep
je sprak jezelf in je-vorm aan
gisteren fietste voorbij maar
in je ogen lag een eiland
dat het continent benijdde
laten we het opnieuw doorzwerven
dat land dat ik nooit bereiken zou
ik durfde nog steeds te dromen
was er wanhoop zonder leven?
ik herschreef mezelf
voor ik weer
een kanttekening werd
vroeg ik nog een beetje geduld
waren er slaven zonder meesters?
was er morgen
zonder jou?
het continent scheurde onder een pennetrek
je stond er maar wat bij
ik kon het enkel beschrijven
zoals mijn woorden treuzelden
jij wachtte op de bus maar
er waren geen schepen meer voor mij
ik probeerde een reiziger te zijn
poëzie verveelde zonder gitaar
werkte ik nog liever voor het geld
wijsgeren waren slaven
bouwden torens
van andermans bezit
moesten er nog
goden zijn?